Ouders willen dat hun kinderen er altijd zo flatteus mogelijk uitzien, en de tijd die ze doorbrengen op de crèche is geen uitzondering. Ervoor zorgen dat uw kind goed gekleed is kan uw passie zijn, maar er zijn een paar kledingrichtlijnen voor de kinderopvang die het leven gemakkelijker zullen maken voor uw kind, voor u en voor het personeel van het centrum.

Wees praktisch

Een kind kan een engel lijken in een rokje met franjes of een mooi shirt. Maar een pedagogisch medewerker geeft niet de voorkeur aan een mooie uitstraling. Ze heeft liever dat het kind praktische kleren draagt.

Een mooie outfit kan gevaarlijk zijn op de speelplaats, omdat je kind kan struikelen over de extra stof, kan vallen en zich misschien kan bezeren. En zelfs met de beste zorg worden kleren vies en het is niet eerlijk om de crèche de schuld te geven van vlekken van eten, krijt of andere vlekken op dure kleren.

Geen kleding die moeilijk aan of uit te trekken is

Het is waar dat een wollen maillot de benen warm kan houden bij koud weer. Maar denk ook eens aan de pedagogisch medewerkers, die lagen kleren moeten uittrekken om een kind naar het toilet te brengen of een luier te verschonen.

Dat is veel vermijdbaar werk voor hen, met het aantal kinderen waarvoor ze moeten zorgen. Hoe moeilijker het aan- en uitkleden is, des te groter is de kans dat ze onopzettelijke fouten maken bij het aantrekken van de kleding.

Gemakkelijke outfits voor kinderen in zindelijkheidstraining

Jonge kinderen kunnen ongelukkige en gênante 'ongelukjes' krijgen als ze niet op tijd naar het toilet kunnen. Op het moment dat het nodig is, mogen kleren dus geen belemmering vormen. Trek- of drukknoopkleding is het beste: die gaat snel uit en is gemakkelijk weer aan te trekken.

Geen dure accessoires

Een strikje om lang haar op zijn plaats te houden is prima, maar geen mooie haarklemmen en haarspeldjes die er gemakkelijk af kunnen vallen of door andere kinderen kunnen worden losgetrokken tijdens het spelen. Bovendien moeten deze tijdens het middagdutje worden afgedaan, teruggevonden en weer opgezet als het kind wakker wordt.

Dat is een onnodige belasting voor de pedagogisch medewerker. Petjes en hoedjes zijn goed voor uitstapjes en buitenspelen; maar als ze binnenshuis moeten worden afgedaan, kunnen ze gemakkelijk zoek raken of verwisseld worden met die van andere kinderen.

Kleed je naar het seizoen

Een van de grootste ergernissen van pedagogisch medewerker zijn verkeerd geklede kinderen. Het dragen van sweatshirts in de zomer of korte broeken in de winter beperkt de activiteiten waaraan het kind op een bepaalde dag kan deelnemen. Kleed het kind altijd op het seizoen; controleer het weerbericht voor eventuele plotselinge veranderingen.

Houd reservekleding bij de hand

Vraag het ons of we een reserveset kleren in een tas, kast of kastje kunnen bewaren. Zo kunnen eventuele noodgevallen met kleding opvangen worden. Zorg ervoor dat de naam van uw kind duidelijk op de kleding staat. 

Zindelijk worden? Wij gaan dat samen doen met goede, duidelijke afspraken. 

Weg met de luiers, leve de grote wc of het potje! Het is een moment waar veel ouders/ verzorgers, en ook de medewerkers van Nuna, naar uitkijken: Een nieuwe mijlpaal! Je kind is zindelijk geworden. Geen luiers meer, hoe fijn is dat. En dat trotse gevoel wanneer je kind voor het eerst zijn of haar behoefte doet op de wc of het potje. De meeste kinderen krijgen tussen de leeftijd van 2 en 3 jaar interesse in het zindelijk worden. Zindelijk worden gaat echter meestal niet vanzelf. Het is een onderdeel binnen de ontwikkeling en die ontwikkeling loopt bij ieder kind anders.  

Signalen

Aan een aantal signalen kun je merken dat je kind klaar is voor zindelijkheidstraining. Zie je daarvan een of meer dingen bij je kind en heb je het gevoel dat je kind er klaar voor is? Dan kun je gaan starten met zindelijkheidstraining op het potje of op de wc met brilverkleiner. Die signalen zijn:

  • Je kind krijgt interesse in diens eigen poep en plas
  • Je kind kan zelf aangeven dat het een natte luier heeft door het je te vertellen of bijvoorbeeld naar diens broek wijzen;
  • Je kind vindt het toilet ineens interessant, begint te kijken hoe anderen de wc gaan en willen dat nadoen;
  • Je kind voelt dat het een volle blaas heeft. Wordt zich bewust van gevoel van aandrang;
  • Je kind kan nee zeggen. Dat is een teken van onafhankelijkheid: je kind doet graag dingen zelf; 
  • Je kind kan eenvoudige uitleg begrijpen, bijvoorbeeld: 'Ga maar op het potje zitten';
  • Je kind heeft langere tijd een droge luier;
  • Je kind vindt een vieze luier niet meer fjin;
  • Je kind wil geen luier meer om, maar een onderbroek aan. en kan deze soms al zelf omlaag doen;

Zolang je er nog geen signalen zijn, heeft het geen zin om al te beginnen met zindelijkheidstraining. Als kinderen iets moeten doen wat ze eigenlijk niet leuk vinden, gaan ze zich verzetten. Daardoor kan het aanleren van de vaardigheid langer duren. 

Hoe kun je zindelijk worden het beste stimuleren als de signalen er zijn? Wat is een handige zindelijkheidstraining? en hoe kan een kindje het beste geholpen worden? 

We zetten een aantal tips op een rij:

  1. Wek de interesse van je kind.
    Bij de meeste kinderen komt de interesse voor het zindelijk worden vanzelf, maar je kunt het natuurlijk altijd een beetje stimuleren. Lees bijvoorbeeld boekjes voor over zindelijk worden, laat je kind een mooie onderbroek uitkiezen en laat je kind meekijken als jijzelf naar het toilet gaat. Bij Nuna zien kinderen vaak andere kinderen naar het toilet gaan, dat is natuurlijk helemaal interessant.
  2. Kies het juiste moment.
    Zindelijk worden is een nieuwe vaardigheid en die leert een kind niet zomaar. Wanneer er veel in het leven van een kind gebeurt, bijvoorbeeld een verhuizing, de geboorte van een broertje of zusje, een verjaardag en/ of feestdag. Het kind kan zich dan minder goed focussen op het aanleren van een nieuwe vaardigheid. Kies dus een moment waarop het rustig is en jullie veel tijd hebben, bijvoorbeeld een vakantie. Het kan handig zijn in de zomer te beginnen als je veel buiten kunt zijn en je kind zonder luier kan rondlopen. 
  3. Maak je kind bewust van het moeten plassen of poepen.
    Als ouder kun je vaak aan het gedrag van je kind zien of hij/zij moet plassen of poepen of dit net gedaan heeft. Benoem dit regelmatig al voordat je de luier af doet, zodat het kind bewust wordt van het gevoel dat dit geeft en wat je ermee moet doen. Ook op de opvang kennen we de kinderen vaak zo goed dat we dit aan ze kunnen zien. Dit benoemen wij dan ook.
  4. Zindelijkheidstraining? Laat de luier overdag af.
    Zodra je bent begonnen met zindelijkheidstraining kun je de luier overdag het beste af laten. Zo leert het kind het snelst om niet alles zomaar te laten lopen.
  5. Zet je kind op vaste momenten op het potje/toilet.
    Bijvoorbeeld na het wakker worden, na het eten, voor het slapen gaan, als je weggaat, als je thuiskomt etc. Zo leert het kind het gevoel steeds beter te herkennen. Bij Nuna hebben wij vaste wc-momenten en als er eentje moet, dan moeten er ongetwijfeld meer kinderen naar de wc!
  6. Vraag tussendoor regelmatig of je kind moet plassen.
    Kinderen gaan vaak helemaal op in hun spel waardoor ze niet meer voelen dat ze moeten plassen. Door vaak te vragen of hij/zij moet plassen, maak je je kind hier bewuster van. Naast de vaste wc-momenten op de opvang vragen wij het tussendoor ook regelmatig en dan blijkt het dat er altijd wel een of meerdere kinderen moeten.
  7. Kies voor makkelijke kleding
    Als je kind dan naar het toilet moet, moet hij/ zij dat wel snel kunnen. 
  8. Geef complimenten als het lukt.
    Maak van elk succes een feestje. Dit zorgt ervoor dat je kind het vaker wilt doen! Geef je kind complimenten bij alle stapjes: als het aangeeft dat het moet plassen, als het even op het potje of de wc heeft gezeten en als het op het potje of de wc heeft geplast of gepoept. Zeg dan bijvoorbeeld: 'Jij voelde dat er een plas was en dat heb je tegen mij gezegd. Wat fijn!'.  Ook bij Nuna wordt er gejuicht en geklapt en krijgen ze een knuffel of aai over de bol. De grootste beloning is dat je kind vertrouwen krijgt in zijn eigen lichaam. 
  9. Ongelukjes zijn oké.
    Natuurlijk is het voor je kind en voor jou vervelend als er een ongelukje gebeurt. Kinderen kunnen zich erg schamen als ze 'een ongelukje' hebben. Wordt dan niet boos want het kind kan er niets aan doen. Stel het kind gerust en zorg samen dat het snel opgelost wordt. 
  10. Heb altijd reservekleding bij je.
    Ongelukjes horen erbij en het voelt voor een kind als straf als jullie weg moeten uit de speeltuin omdat hij/zij een ongelukje heeft gehad. Geef ook naar de kinderopvang extra setjes kleding mee. Kinderen zijn daar zo druk aan het spelen dat ze weleens vergeten om te plassen. We hebben natuurlijk wat reservekleding op onze locaties, maar eigen kleding is voor het kind toch het prettigst. 
  11. Terugvallen horen erbij.
    Wanneer kinderen spannende periodes meemaken in hun leven, bijvoorbeeld een verhuizing, ziekte, scheiding, geboorte of de sinterklaasperiode, is het heel normaal dat zij weer terugvallen in hun zindelijkheid. Er is dan gewoon geen ruimte in hun hoofdje om ook nog te denken aan plassen. Word niet boos, ze kunnen er niks aan doen. Stop dan even met proberen. Zodra het weer rustiger is, proberen jullie het gewoon weer opnieuw met structuur en regelmaat. Wees wél altijd alert op medische oorzaken. Soms komt broekplassen door een urineweginfectie of blaasontsteking. 
  12. Is je peuter overdag zindelijk? Dan duurt het meestal een paar maanden voordat de luier ook 's nachts droog blijft.
    Je kan oefenen door je peuter voor het slapengaan nog even te laten plassen. Als je kind vier of vijf keer achter elkaar wakker wordt met een droge luier, kun je proberen om de luier weg te laten. De meeste kinderen worden 's nachts zindelijk tussen de 3 en 4 jaar. 's Nachts zindelijk worden kan lang duren, bijvoorbeeld omdat kinderen die diep slapen vaak meer moeite hebben om droog te blijven.
  13. Als poepen nog een beetje eng is
    Er zijn kinderen die het moeilijk vinden om op de wc of een potje te poepen. Het kind voelt dan wel dat hij moet, maar wil dit niet op de wc of het potje doen. Het voelt dan alsof hij of zij iets van zijn eigen lichaam moet achterlaten. Sommige kinderen vinden dit niet fijn. Als een kind bang is om te poepen, kan het zijn ontlasting expres ophouden, met verstopping tot gevolg. En dat kan weer pijn doen, waardoor de angst voor poepen alleen maar groter wordt. Een luier kan dan soms veilig voelen en een tijdelijke oplossing zijn.
  14. Heb geduld.
    Nieuwe dingen leren kost nou eenmaal tijd en voor het ene kind duurt dat wat langer dan voor de ander. Zorg dat je genoeg aandacht en tijd kunt besteden aan het zindelijk worden en blijf positief. Het gaat in kleine stapjes en het komt vanzelf goed. 

 

Samen met de juffen van Nuna

Als de bovengenoemde signalen aanwezig zijn en thuis gaat het al best goed, ga dan in overleg met de mentor van Nuna zodat we het daar ook op kunnen gaan pakken. Maak goede, duidelijke, afspraken en zorg voor minimaal 3 reserve setjes kleding. Bespreek de ervaringen, successen, de ongelukjes en ben hier samen eerlijk over. De Nuna juffen zullen ook altijd aangeven als ze merken dat het nog net wat te vroeg is.

Bij Nuna hebben de mentoren, en andere juffen, onderling goed overleg en zorgen we voor een consequente benadering en begeleiding. Ieder kindje is uniek en zal op hun eigen manier zindelijk gaan worden. 

Als basis begeleiden we het kind in 5 stappen, samen met de eerder genoemde tips; Misschien ook handig voor thuis;

  1. Stap 1
    Het afkijken van het kunstje

    imiteren is in de dreumes- of peuterleeftijd dé manier om dingen te leren. Als je kind bij ons interesse toont in de wc (of het potje), nemen we het spelenderwijs mee in de dagelijkse toiletroutine. We laten we dit ook aan de ouders/ verzorgers weten. We horen het natuurlijk graag als het kind thuis ook signalen afgeeft. We kunnen dan samen mee de slag. In principe wachten we tot de ouders aangeven dat ze ermee gestart zijn en dat het thuis al best goed gaat. Houdt altijd in het achterhoofd dat te vroeg beginnen met zindelijkheidstraining niet goed is. Het kan angst en onzekerheid met zich meebrengen. Daarom moeten zowel de ouders/ verzorgers als de juffen niet niet zien als een verplichting maar het spelenderwijs oppakken.
  2. Stap 2
    op de wc blijven zitten (of op het potje als dat gewenst en afgesproken is)

    Als je kind éénmaal op de wc/ potje zit, is een paar minuten blijven zitten een hele kunst. We maken er een speciaal moment van. Door samen een boekje te lezen of een liedje te zingen wordt het leuk om op het potje te zitten. Zo houdt hij of zij het langer vol. Het is een rustmoment, waarbij het kind zich kan ontspannen en daarmee ook zijn sluitspieren. Grote kans dat er dan makkelijker een plas in de wc of het potje komt!
  3. Stap 3
    Jippie! Het eerste plasje is gelukt
    Is het gelukt? Dan is dat een applaus, compliment, knuffel of aaitje over de bol waard. Onze reactie is in ieder geval enthousiast, blij en trots. Dit heeft invloed op alle pogingen daarna. Het is goed voor het zelfvertrouwen van een kind. Een mooiere beloning is er niet. En lukt het niet? Ook geen probleem. Je hebt het samen gezellig gehad.
  4. Stap 4
    Het kind gaat mee in de dagelijkse routine
    Heeft het kind al een paar keer op het potje geplast? Dan is het tijd om het mee te nemen in de dagelijkse routine van Nuna. De kinderen gaan een paar keer per dag op vaste momenten naar de wc. Wij hebben vaste momenten, bijvoorbeeld na het eten, voor- en na het slapen, voor we naar buiten gaan en aan het eind van de dag. Komt er elke keer een plas in het potje? Dan kan de luier af! Eerst een dagdeel, bijvoorbeeld de ochtend of middag. Na een week kan ook ‘s middags de luier af. En vervolgens tijdens het middagslaapje. Zorg dat het kind altijd met een lege blaas naar bed gaat. En vergeet niet: een ‘ongelukje’ hoort erbij! Zeker in het begin. Ging het even mis? Dan zetten we het kind alsnog op de wc. Het kan zijn dat het geschrokken is van de natte broek en nog niet alles heeft laten gaan. De rest vangen we dan alsnog op in wc. Weer een succesmoment! En het helpt het kind om te begrijpen dat plas en poep in de wc hoort.
  5. Stap 5
    'Ik moet naar de wc!'
    Meestal geeft een kind op een gegeven moment zelf aan dat hij of zij naar de wc wil. Soms moeten we een beetje helpen. Door te letten op signalen kunnen we zien wanneer het kind moet plassen of poepen. Sommige kinderen stoppen met hun spel om even stil te staan. Of krijgen een rood hoofd door het persen. Dat is hét moment om het kind even mee te vragen.

 

 

 

Het komt voor dat kinderen speelgoed van thuis meenemen. Natuurlijk snappen wij dit maar wij willen u toch vragen om dit zo min mogelijk te doen. Het veroorzaakt ruzies en soms verdriet omdat het speelgoed terecht komt tussen het Nuna speelgoed (en daardoor niet direct teruggevonden wordt). Mocht er toch iets meegegeven worden dan mag uw kind dit even laten zien bij binnenkomst maar  het speelgoed gaat dan direct terug in het rugzakje. Bespreek dit ook duidelijk met uw kind. 

Beste bezoekers,

Momenteel zijn we druk bezig met het updaten van onze website. Hierdoor functioneert het formulier tijdelijk niet. We verontschuldigen ons voor het ongemak en vragen u vriendelijk om eventuele vragen of opmerkingen per e-mail te sturen naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.. We streven ernaar om de website zo snel mogelijk weer volledig operationeel te hebben. Dank voor uw begrip.

Met vriendelijke groet, Het team van Nuna Kinderopvang

Laatste nieuws

  • Everybody likes a compliment…

    Op 15 september jl. is Nuna kinderopvang, i...

  • Vacatures en stages

    Nuna Kinderopvang is een fantastisch plek om te we...

Aanmelden

Wilt u meer informatie over onze mogelijkheden, vul dan het aanmeldformulier in. 

Aanmeldformulier

Don't have an account yet? Register Now!

Sign in to your account